De mooiste looproutes in Wallonië

Een solide trainingstocht voor wie van kastelen en water houdt. Het parcours leidt je van Terhulpen naar het Domein Solvay, randje Zoniënwoud. Langs de route passeer je serene vijvers en na vijf kilometer wacht het kasteel van Terhulpen als beloning voor het geleverde werk. Het traject volgt goeddeels paadjes, grindwegen en bospaden - slechts 25 procent is verhard. Zin in meer? Duik het Zoniënwoud in en loop door tot station Groenendaal of Bosvoorde.

Op je loopschoenen flits je meteen 900 jaar de geschiedenis in. Deze route van de toeristische dienst van Wallonië vertrekt namelijk aan de abdij van Villers-la-Ville, een parel uit de 12e eeuw. Maar ook wie de blik immer strak op de sporthorloge gericht houdt - en bijgevolg geen aandacht heeft voor zulk UNESCO-werelderfgoed - komt hier aan z’n trekken. Daar zorgt het parcours over stille dreven, door frisgroene bossen en langs weien vol lentebloemen wel voor. Ruim negen kilometer lang verlaat je amper het groen.

Bestaat er een betere motivator dan eindeloze vista’s over het water? Een lusje hardlopen rond het Plate Taille-meer - het grootste van heel België - belooft daarnaast een frisse bries in het gezicht en een afwisseling tussen asfalt-, grind- en bospaden. Je loopt door bossen, langs stranden en haventjes, en knal over een gigantische stuwdam. Het uitzicht daar dwingt je misschien wel even tot wandelen. Wie kiest voor de klassieker rond het meer mag zich ruimschoots klaar rekenen voor een Ten Miles. Liever een kortere afstand? Opteer voor een heen-en-terugroute naar eigen goeddunken. Ook Komoot suggereert een aantal andere routes in de buurt.

Klaar om een biologieles te lopen? La Calestienne geldt als een van de meest biodiverse stukjes van ons land, met fauna en flora die je nergens anders vindt. Al is het zeer de vraag of je daar tussen het hijgen door aandacht voor hebt. De route voert je langs de Trou des Sarrazins - een miljoenen jaren oude karstgrot - en over het imposante Blaimont-viaduct, acht bogen hoog boven de vallei. Met 190 hoogtemeters is dit geen wandeling in het park. Zeker niet op zomerdagen, wanneer de heuvels - tiennes in het plaatselijke Waals - behoorlijk opwarmen. Een extra waterfles meenemen is dan geen overbodige luxe.

De aanloop is mild, langs de Maas en met uitzicht op het kasteel van Freyr. Boven je hoofd lonken de gelijknamige rotsen van Freyr - geliefd bij klimmers en een voorbode voor wat volgt. Even voor de vier kilometer gaat het flink omhoog, waarna het pad verder sliert over de bergkam. Constante vergezichten over de vallei van de Maas stuwen je voorwaarts. In de tweede helft daalt de route geleidelijk opnieuw richting Anseremme, via paden langs bosrand en rivier. Samengevat: bijna 200 hoogtemeters, grotendeels onverhard. Pittig, maar perfect te doen voor wie wat trails gewend is.

Klaar voor het echte werk? Prop een energiereep in je broekzak en gaan! De lange lus van ruim 30 kilometer slingert zich door het Nationaal Park van de Semoisvallei. Verwacht amper een meter vlak of verhard, 1.100 hoogtemeters over ruige paden en technische passages die de nodige tredzekerheid vergen. Dit is beslist geen zondagsloopje, maar een droomparcours voor wie traint voor een ultratrail in de bergen. Toch liever iets luchtigers? Vanuit Bohan start eveneens een kortere lus, die je langs de Table des Fées en het mysterieuze halve viaduct van Bohan leidt. Even mooi, net iets minder zweet.

Welkom in het grootste netwerk van trailroutes in België, ontworpen door en voor natuurlopers. Vanuit elk van de zeven deelnemende gemeentes vertrekken telkens vier lussen. Hun lengte en moeilijkheidsgraad wordt aangeduid volgens het kleurensysteem voor skipistes: van groen over blauw en rood tot zwart.

Alle routes zijn gelinkt via verbindingspaden, wat betekent dat je naar hartenlust kan combineren. Verwacht stevige klimmetjes, technische afdalingen, eindeloos slingeren door bossen, over paadjes, rotsen en wortels, en geregeld een adempauze met uitzicht. Voor wie écht de benen wil testen, is er een ultraparcours van 157 km en een vertical track (265 hoogtemeters op 1,2 km). In totaal zijn de 30 routes goed voor 750 km en 22.000 hoogtemeters! Bam!

Duitstalig België mag niet ontbreken in deze lijst. Aan de stuwdam van de Vesder vertrekt een lus die eerst enkele kilometers de oevers van het halvemaanvormige meer van Eupen volgt. Zodra je het Eupener Wald induikt, deel van de Hoge Venen, gaat het omhoog. Hoe zeg je “amai, mijn kuiten” in het Duits? Gelukkig wacht na elke bergop een bergaf. Bij aankomst kan je uitpuffen op het terras bij de dam. Althans, ’t is te (h)Eupen.

Het land van Famenne omvat zes gemeenten in de provincies Luxemburg en Namen, een regio bekend om kalkrotsen, plateaus, bossen en diep uitgesneden valleien langs de rivieren Lesse, Lhomme en Ourthe. Dat maakt het ideaal voor traillopers van alle niveau. Uit elke gemeente vertrekken vier lussen.

Ook hier wordt gewerkt met de kleuren van skipistes: van groen voor kort en toegankelijk tot zwart voor technisch en lang. Je kan dus evengoed kiezen voor een kort klimmetje over brede paden vanuit Durbuy (4,3 km) dan wel voor een loodzware tocht rond Rochefort (41,3 km). En alles daartussen, 24 routes in totaal. Op de website vind je een lijstje met horecazaken waar traillopers welkom zijn. Ideaal voor een sportieve vakantie.

Het Forêt d’Anlier - ofte Woud van Anlier - geldt als een van de grootste aaneengesloten bosgebieden van België. Hier ervaar je nog wat de Duitsers Waldeinsamkeit noemen, het gevoel alleen te zijn in de bossen. Meer kans om een everzwijn dan een wandelaar te zien. Vanuit het gehucht Vlessart vertrekken twee lussen die je langs de rivier de Rulles, over houten bruggetjes en tot het uitkijkpunt van La Croix-Louis leiden. Opgelet: tijdens herfst en winter kunnen de paden flink modderig zijn.