Tips om je voortuin te ontharden: "Elk tuintje z’n boompje"
Ze zijn een steen des aanstoots voor wie de natuur in het hart draagt. Toch lijken verharde voortuintjes in de Belgische verkavelingen alsmaar aan populariteit te winnen. In deze stenen woestijnen maakt de biodiversiteit geen schijn van kans ... En bovendien verergeren ze het droogteprobleem in Vlaanderen. Dat kan beter!
De meerwaarde van een ecologische tuin
Vakkundig geasfalteerd of volgestort met grind of kiezelstenen, zo zien onze Vlaamse voortuinen er doorgaans uit. Blijkbaar parkeren we onze tweede auto liefst zo dicht mogelijk bij de voordeur. Een mini-milieuramp op enkele vierkante meters. Het alternatief
“Ecologische tuinen dragen bij tot de natuur en de biodiversiteit”, verklaart tuin- en landschapsarchitect Maite Grugeon van Ecotuinontwerp, een bedrijf dat tuinen ontwerpt met respect voor het milieu en oog voor de natuur en de biodiversiteit. “Ze zijn aantrekkelijk voor insecten en vogels, onderhoudsvriendelijk en staan elk seizoen in bloei. Bij het ontwerp hou ik rekening met de grondsoort en de oriëntering van de zon, en voorzie ik zo weinig mogelijk verharding.” Een ecologische tuin is geen synoniem voor een wilde tuin, in tegenstelling wat velen denken. “Nee, dat hoeft helemaal niet. Het heeft niet zo veel met de stijl van de tuin te maken, wel met de manier waarop je die beheert. In een ecologische tuin werk je samen met de natuur.”
Wat volgt zijn een resem tips van Maite om zelf je steentje bij te dragen. Of nee, laat dat steentje maar achterwege.
1. Plant eens een boom
Voor Grugeon moet een voortuin in de eerste plaats een tuin zijn, geen parking. “Vooral omdat voortuinen het straatbeeld bepalen”, zegt ze. “Een groene omgeving is zoveel mooier en aangenamer. En in elk tuintje, hoe klein het ook is, kan je een boom planten.” Wie weinig plaats heeft, kan kiezen voor een sierappel, een sering, een meidoorn of een krentenboompje. Of een mooie struik, zoals een sneeuwbal of – op een voldoende zonnig plekje – een vlinderstruik. “De mogelijkheden zijn eindeloos”, aldus Grugeon.
Ze benadrukt wel dat je rekening moet houden met het eindresultaat: de volgroeide boom of struik moet passen binnen de oppervlakte van je voortuin. “Je moet geen eik planten in een tuin van drie op drie. Wie graag een klein boompje zet, gaat best te rade bij een goede boomkweker. Die kan, op basis van de beschikbare ruimte, een aantal interessante of originele soorten aanraden.”
2. Vorm je gazon om tot een hooilandje
Gazon is nog zo’n heikel punt. Groen is zo’n grasperk wel, maar ecologisch bezit het weinig waarde. “Van sommige, rustig gelegen voortuinen kan je eventueel een zitplekje maken. Of een stukje speelgazon waarop de kinderen kunnen ravotten”, meent Grugeon. “Maar als je gewoon siergazon in de voortuin hebt – gras dat je niet gebruikt – dan is het voor de natuur veel interessanter om het te vervangen door planten.”
Andere alternatieven zijn een hooilandje of een bloemenweide, beide veel interessanter voor de biodiversiteit dan kortgeschoren gras. Bijkomend voordeel: die moet je maar twee keer per jaar maaien. Gedaan met wekelijks de grasmachine te laten brommen!
3. Tover je voortuin om tot ontmoetingsplek
Plaats een bankje in je voortuin en je hebt een prima ontmoetingsplaats. “Het summum is een gemeenschappelijke, ecologisch beheerde voortuinstrook”, zegt Grugeon. “Dat zorgt voor een mooi geheel waarvan alle bewoners van de straat kunnen genieten.”
4. Kies voor lage beplanting
“Wie opteert voor lage beplanting, heeft veel mogelijkheden. Er is niet één recept dat werkt voor elke tuin.” Veel hangt volgens Grugeon af van de grootte, de hoeveelheid zonlicht, de grondsoort en het eindbeeld dat je voor ogen hebt. Mensen met een kleine, lommerrijke voortuin kiezen best voor planten die het goed doen in de schaduw. “Denk aan Helleborus, varens of Bergenia, al dan niet in combinatie met de wintergroene maagdenpalm, een heel goede bodembedekker.”
5. Maak je voortuin diervriendelijk
Een ecologische voortuin met zo min mogelijk verharding is niet enkel een wapen tegen de droogte, het helpt ook de biodiversiteit een handje. “Voor vogels, insecten, bijen en vlinders is vooral de opeenvolging van bloeitijden belangrijk. Zorg er dus voor dat niet alle planten in je tuin in dezelfde maand in bloei komen.” Concreet varieer je best tussen vroeg-, lente-, zomer- en late zomerbloeiers. Ook een struik met bessen, zoals vuurdoorn of bottelroos, geeft dieren een flinke duw in de rug. “Door voorjaarsbollen als paasbloemen of sneeuwklokjes tussen de planten te zetten, verleng je het bloeiseizoen nog meer. En een aantal late bloeiers, zoals asters, zorgen in de herfst nog voor kleur en voedsel voor insecten.”
Voor insecten is een gevarieerde beplanting heel nuttig: een combinatie van lage beplanting, hoog gras, een bloeiende struik, een haagje, een boompje. “Die laatsten bieden ook een schuilplaats voor vogels.” Daarnaast is een keuze voor open bloeivormen essentieel. “Een dubbele roos is heel mooi, maar door de vergroeide meeldraden kan geen vlinder bij de nectar. In een vaste plantenborder knip je de planten best ook niet direct voor de winter af. Zo kunnen de zaaddozen nog dienen als voedsel voor vogels in de winter, net het moment dat ze weinig eten vinden.”
Wil je ook in je achtertuin de biodiversiteit een flinke boost geven? Met deze tips lok je extra bewoners naar het lapje groen achter je huis.
Een groene voortuin met weinig onderhoud
Veel mensen opteren voor verharding omdat ze niet tuk zijn op het onderhoud van een groene tuin. Ze gaan ervan uit dat een hoop stenen minder werk vergt dan een rijkdom aan planten. Maar ook groene voortuinen kunnen volgens Grugeon onderhoudsvriendelijk zijn. “Aan een struik of een boom die kan uitgroeien tot gewenste grootte heb je op zich niet veel werk. Idem met een plantenborder met een aantal mooie, vaste planten.”
Grugeon meent dat het vooral een kwestie is van goed nadenken over hoeveel tijd en moeite je in je voortuin wil en kan steken. En op basis daarvan kiezen hoe je voortuin er gaat uitzien. “Het belangrijkste is om rekening te houden met het eindbeeld”, zegt ze. “Een linde is mooi, maar geen interessante keuze voor wie een kleine voortuin heeft. Want dan zal je veel snoeiwerk hebben om een boom klein te houden die eigenlijk groot wil worden.”
Geen voortuin, wel een voorgevel? Maak een geveltuin!
Op reis in het zuiden bewonderen we vaak de rozelaar of stokrozen voor de voorgevel. Zoiets zou ook perfect kunnen in ons land. “En als je geen of een klein voortuintje hebt, kan je ook altijd een geveltuin aanleggen”, zegt Grugeon.
Alternatieven voor een betegelde oprit
De wet laat enkel een verhard pad naar de voordeur en een oprit naar de garage toe. Van zodra je als particulier meer verharding wil leggen in je tuin, moet je een vergunning aanvragen bij de gemeente. Een goede zaak, vindt Grugeon. “Sommige gemeentes gaan nog een stap verder en zetten actief in op voortuinen als groene zones. Zo ontmoedigen ze het gebruik ervan als parkeerplaats.”
Wie ook z’n oprit wil vergroenen, kan opteren voor een tweesporenweg. Dat zorgt ervoor dat er meer water doordringt in de bodem. Ook een grasbetontegel, waar het gras letterlijk tussen groeit, is een voorbeeld van waterdoorlatende verharding. Een keuze voor grotere voegen helpt eveneens. “En ook een pad van stapstenen naar de voordeur is een alternatief voor wie zo weinig mogelijk verharding in z’n voortuin wil”, beweert Grugeon. Al wil ze niet gezegd hebben dat een normaal klinkerpad naar de voordeur een probleem is. “Nee, zolang de rest van de voortuin maar groen is en water doorlaat.”
Onbekend is onbemind: ook onkruid tussen je stoeptegels zorgt voor een groene touch! Bioloog Wim Massant en zijn zoon Robin doen aan botanisch stoepkrijten.
En als je die tweede auto nu eens verving door een elektrische fiets? Wij overtuigen je in een wip van de voordelen van bike commuten!
