Skischoenen en snowboardschoenen passen doe je zo

Een leuke skivakantie begint bij je ski- of snowboardschoenen. Om zonder pijnlijke voeten of schenen af te dalen van de piste, moeten je schoenen stevig en comfortabel zitten. Ze geven immers je bewegingen door aan je ski’s of je snowboard. Dus om mooie bochten te kunnen maken, heb je goede schoenen nodig. Een te groot of te klein paar kan de sneeuwpret flink vergallen. Daarom vertellen we je exact waarop je moet letten als je ski- of snowboardschoenen kiest.

De flexindex geeft de stugheid van de schoen aan en is vooral relevant voor skischoenen. Ben je een groentje op de piste, dan kies je beter voor een soepele skischoen die je foutjes makkelijk vergeeft. Wie meer ervaring heeft, is gebaat met een stijvere skischoen die meer controle oplevert. Dus hoe meer ervaring je hebt, hoe hoger de flexindex en hoe stugger je skischoen.

De flex wordt niet alleen bepaald door je skiniveau, maar ook door je gewicht. Een zwaardere skiër oefent meer druk uit op de foam in de binnenschoen, wat resulteert in een betere responsiviteit van de schoen bij het sturen op de piste. Een lichtere skiër oefent minder druk op de foam uit, waardoor een lagere flex volstaat.

De kans is groot dat je moeder of de schoenverkoopster je vroeger een paar schoenen liet passen en vervolgens drukte op de tip om te voelen tot waar je tenen reikten. Vaak werden de schoenen ruim gekocht, zodat je groeiende kindervoeten er een tijdje mee verder konden. Je tenen zijn het daardoor niet gewend om de voorkant van je schoenen te raken, maar krijgen een comfortabele ruimte van ongeveer een centimeter overschot. De grootste uitdaging bij het passen van ski- en snowboardschoenen is daarom: vergeten wat je geleerd hebt. Want een skischoen of snowboardboot zit goed als hij kort tegen je voet zit.

•    Maak alle gespen los en trek de schoen goed open zodat je voet er vlot in kan.
•    Maak eerst de schacht rond je onderbeen dicht.
•    Leun naar voor, zodat je je onderbeen als hefboom gebruikt om je voet naar achter te duwen.
•    Sluit de schoen vooraan.
•    Je tenen komen vrij, terwijl je knie tegen de schacht van de schoen leunt.

Buig licht door je knieën zoals op je ski’s of snowboard. In die houding kan je je tenen bewegen zonder de voorkant van de schoen te raken. Sta vervolgens rechtop: je tenen raken de voorkant. Je voet moet ‘stevig geknuffeld’ worden door de schoen.

Sommige merken zitten vaster om de voet dan andere: schoenen van Tecnica voelen strakker dan Atomic of K2. Dat nauwsluitende gevoel is vaak even wennen en heel subjectief. Vergelijk het met een handdruk: sommigen drukken je hand plat, anderen geven een slap handje. Die variatie vind je ook in schoenen. Trek je je veters in het dagelijkse leven strak aan, zoals bij sportschoenen? Dan ben je al vertrouwd met een compact gevoel rond je voet. Ben je niet zo’n sporter? Dan is de kans groot dat je meer gewend bent aan ruimte en een ‘kussengevoel’ in je schoenen.

Er mag geen speling om je voet zitten, want dan verlies je de controle tijdens het sturen van je ski’s of snowboard. Zo wordt een besneeuwde boom naast de piste plots een stuk moeilijker te ontwijken...  Bij een te grote of te brede schoen kom je misschien in de verleiding om ‘m strakker te sluiten, waardoor je je bloedsomloop afspant – met koude en verkrampte tenen tot gevolg.