Japan: budgetproof naar Tokio, Mount Fuji, Kyoto & Osaka

De hoofdstad van Japan is er een van contrasten. De stad is tegelijk hypermodern, maar ook diep geworteld in traditie. Je vindt er historische tempels afgewisseld met ledschermen, karaoke en luidruchtige izakaya's, een soort piepkleine restaurantjes waar collega’s na de werkuren samenhokken. Je zit er vaak op niets meer dan een omgedraaide bak bier, maar het eten is lekker, de sfeer amusant en de rekening mals. Ebisu Yokocho in de wijk Shibuya was onze favoriet.

Probeer in Tokio ook zeker de sushi en sashimi op vismarkt Tsukiji, je merkt echt het verschil met thuis. Een avond een karaokezaaltje afhuren vonden wij ook een hele ervaring. Vaak bieden karaokeketens zoals Big Echo een pakketprijs. Voor een uur karaoke zingen met softdrinks en alcohol inbegrepen betaalden wij op een weekavond zo’n 25 euro voor twee personen.

Mount Fuji ligt op een uur treinen van Tokio, waardoor heel wat toeristen er een daguitstap van maken. Toch geeft dat geen garantie op een zicht op de imposante vulkaan, want overdag ligt hij meestal in de wolken gehuld. s' Ochtends vroeg of 's avonds laat in de buurt zijn is dus de boodschap. We raden daarom minstens één overnachting aan Mount Fuji aan.

De noordkant van de vulkaan is de meest populaire, omdat je er aan een van de vijf knappe meren kan overnachten of kamperen. Wij bikepackten met gehuurde gravelfietsen en fietstassen van Bikepacking Japan op drie dagen rond de berg, wat ons elke dag de garantie gaf op een magnifiek zicht en waardoor we ook de minder toeristische kant van de berg ontdekten (al is de noordkant wellicht toch de mooiste). Het huren van een fiets begint vanaf 6.000 yen of 33 euro per dag, voor een gravel-, touring-, of elektrische fiets.

Vooral onze overnachting in de rurale Kouan Motosu Lodge, aan het laatste van de vijf meren, was ongelooflijk. Die kostte ons omgerekend 55 euro per persoon. Daar kregen we een eenvoudige kamer met een heerlijk kitscherige (gedeelde) badkamer voor in de plaats, met superlekker avondeten, ontbijt en zicht op Mt. Fuji inbegrepen. Voor wie liever kampeert, hebben ze ook een camping aan het meer.

Kyoto is de Japanse stad van historische tempels en tuinen, waardoor het ook de meest toeristische plek van deze vier is. Hier reden we vanuit Tokio heen met de shinkansen. Aangezien Kyoto redelijk vlak is, huurden we fietsen voor ongeveer 7 euro per dag en trapten zelf van tempel naar tempel. Dat zorgt er ook voor dat je bepaalde highlights makkelijk links laat liggen wanneer het er te druk wordt. Weg van de gebaande paadjes ontdekten we zo het huis van keramist Kawai Kanjiro en genoten we ook erg van de ingetogen pracht (en dito tuinen) van tempel Shōren-in.

Osaka barst van energie en is (vanuit Kyoto) goed te bereiken met de gewone trein. Het is dé plek van streetwear en van lekkere, vettige snacks als okonomiyaki (hartige pannenkoek met kool, vlees, zeevruchten en veel saus) en van takoyaki (deegballetjes gevuld met octopus). Osaka is luid, speels en modern, zonder de Japanse beleefdheid uit het oog te verliezen. Hier kan je met een beperkt budget in het centrum van de stad slapen, als je openstaat voor een aparte beleving.

Love hotels kan je per uur, maar ook per nacht boeken, en in het tweede geval kom je vaak goedkoper uit dan in een traditioneel hotel of airbnb. Als je tenminste de humor inziet van de kitscherige aankleding. Een capsulehotel in Osaka is ook een belevenis, maar boek nooit een capsulehotel enkel voor mannen, want daar gaan kantoorklerken hun roes uitslapen na een avondje stevig doorzakken. Van hun gesnurk blijf je liever weg.

Vanuit Amsterdam vlieg je met KLM rechtstreeks op Tokio, vanuit Brussel met All Nippon Airways. Retourprijzen vind je al vanaf 650 euro, afhankelijk van de periode en de luchtvaartmaatschappij. Soms loont het de moeite om op Osaka te vliegen.

Om je van stad naar stad te verplaatsen, kan je de supersnelle shinkansen of bullet train nemen, die tot 320 kilometer per uur haalt. Hij verbindt alle grote steden van het eiland en is ontzettend handig, maar wel prijzig. Is de afstand korter, tussen Tokio en Mount Fuji bijvoorbeeld, of tussen Kyoto en Osaka, dan loont een tragere trein vaak de moeite door het prijsverschil.

Eenmaal ter plaatse betaal je zo’n 1,30 euro voor een ritje met het uitstekende metronetwerk. Een auto huren kan ook, maar vraag op voorhand je internationaal rijbewijs aan of laat je Belgisch rijbewijs naar het Japans vertalen, wat tot twee weken kan duren. Opgelet, want Japanners rijden links.